Rioolheffingen
Doel van de belasting/heffing:
De opbrengst van deze heffingen wordt benut voor het dekken van de kosten van afval-, hemel- en grondwater (inclusief rioleringen).
Wie is belastingplichtig?
De belasting wordt geheven:
- van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot heeft van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en
- van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd dan wel dat belang heeft bij nakoming van de gemeentelijke waterzorgplichten, verder te noemen: gebruikersdeel.
Grondslag van de heffing:
Stein baseert zich op het eigendomsrecht. Per perceel wordt een vast bedrag opgelegd. Daarnaast worden de verbruikers aangeslagen op basis van het watergebruik.
Verdeling van de kosten:
De gemeente is wettelijk verplicht haar zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. Om deze kosten transparant te maken, zijn de kosten naar taakveld uitgesplitst.
Het merendeel van de gemeentelijke kosten betreft het taakveld riolering € 2.109.000. De kosten bestaan vooral uit kosten voor het nakomen van de gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater, met name aanleg en onderhoud van rioleringen en de kosten voor heffen en invorderen van de rioolheffingen. Naar verwachting wordt € 108.000 uitgeven aan straatreiniging, een kostenpost die onder het taakveld verkeer en wegen valt. Dit voorkomt overbelasting van het rioolstelsel bij piekbelasting. Verder is € 313.000 opgenomen voor het taakveld overhead. Dit zijn kosten voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. De compensabele BTW bedraagt € 375.000 en wordt, conform de BBV-wetgeving, eveneens aan de kosten toegerekend.
Herkomst middelen:
Gemeenten mogen op grond van artikel 228a van de Gemeentewet een rioolheffingen invoeren. Deze mag maximaal kostendekkend zijn. Om 100% kostendekking te realiseren is een bedrag van € 2.906.000 als opbrengst van de rioolheffing in de begroting opgenomen.
In 2021 is het Beleidsplan Water & Klimaatadaptatie en bijbehorend projectenplan vastgesteld. De financiële doorrekening van dit plan laat zien dat de toekomstige riooltarieven aanzienlijk hoger zijn dan het toenmalige tarief. Bij de vaststelling van dit plan is op basis van deze doorrekening door de raad bepaald dat het riooltarief met ingang van 2021 jaarlijks met € 8,50 wordt verhoogd om een gematigde stijging van het riooltarief voor de komende jaren mogelijk te maken. Uitgaande van de 100% kostendekkendheid is op basis van de geactualiseerde baten en lasten van het rioolcompartiment voor 2023 een tarief berekend van € 160,00. Om dit tarief te 'dempen' naar € 153,10 (=tarief 2022 van € 144,60 + € 8,50 vastgestelde jaarlijkse stijging) is een beschikking over de voorziening nodig van € 82.000.
Op 10 november 2022 worden de verordening Rioolrecht 2023 en de definitieve tarieven voor 2022 vastgesteld.
Berekening van kostendekkendheid van de rioolheffing 2023 | ||||
bedragen x € 1.000 | ||||
lasten taakvelden | ||||
2.1 wegen en vervoer | 108 | |||
7.2 riolering | 2.109 | |||
totaal lasten taakvelden | 2.217 | |||
netto lasten taakvelden | 2.217 | |||
toe te rekenen lasten: | ||||
overhead | 313 | |||
compensabele BTW | 375 | |||
totale lasten | 2.905 | |||
beschikking over voorziening ter demping tarieven | 82 | |||
opbrengst rioolheffing | 2.824 | |||
totale baten | 2.906 | |||
kostendekking: | 100% |
Relatie met programma's
De opbrengsten van de rioolheffing worden verantwoord op het programma Volksgezondheid en Milieu. De kosten die in de heffing worden meegenomen worden verantwoord op het programma volksgezondheid en milieu en het programma verkeer vervoer en water.