Economische ontwikkeling
In 2022 is de basis gelegd voor het actualiseren en herijken van ons economisch beleid. Het in beeld brengen van cijfers en trends alsmede de input die is verkregen uit 1 op 1 gesprekken met ondernemers vormen belangrijke bouwstenen voor een nieuwe economische visie. Het in 2023 door de Raad vast te stellen economisch beleid is voor de middellange termijn (periode 2023-2026) en richt zich vooral op de veranderende sociaaleconomische vraagstukken. Concrete acties worden verder vertaald in een uitvoeringsprogramma als onderdeel van het economisch beleidsplan. Als een van de speerpunten uit het bestuursakkoord wordt als integraal onderdeel van ons economisch beleid tevens de mogelijkheid van het inrichten van een noodfonds onderzocht.
Op Zuid-Limburgse schaal is de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg (SVREZL, 2017) geëvalueerd en zijn door een extern bureau aanbevelingen gedaan voor aanpassing van het beleid. Een aantal van deze aanbevelingen vraagt om meer discussie en/of nader onderzoek. Bij het opstellen van deze begroting loopt dit proces nog. Het kan niet worden uitgesloten dat de SVREZL fundamenteel wijzigt waardoor in 2023 besluitvorming door de Raad van toepassing kan zijn. De Economische Samenwerking Zuid-Limburg wordt via het principe van coalition of the willing verder gecontinueerd.
Naast het regionaal en lokaal beleid lopen er in de Westelijke Mijnstreek twee trajecten die ons lokaal beleid beïnvloeden. Een daarvan betreft het subregionaal detailhandelsbeleid Westelijke Mijnstreek. Het ontwerp detailhandelsbeleid is in 2022 in procedure gebracht en zal medio 2023 door de raad worden vastgesteld.
Een tweede traject is de behoefteraming voor werklocaties. In de behoefteraming voor werklocaties in de Westelijke Mijnstreek in de periode 2021-2030 is een aanzienlijke opgave geconstateerd om het vestigingsklimaat in de regio aantrekkelijk te houden. Op de bedrijventerreinen mag voor die periode een extra ruimtebehoefte van 26 tot 62 hectare verwacht worden. Op kantoorlocaties is daarentegen juist een overschot aan ruimte geconstateerd. Uit de behoefteraming komt tevens een algehele opgave voor verduurzaming en een kwaliteitsslag aan de orde. Deze conclusies zijn doorvertaald naar de volgende drie opgaven voor de gehele regio:
1. Behoud en versterk de kwaliteit van de werklocaties;
2. Voorzie in voldoende en geschikte ruimte op bedrijventerreinen;
3. Breng vraag en aanbod op de kantorenmarkt in balans.
Op basis van de drie opgaven werkt Westelijke Mijnstreek een regionaal uitvoeringsprogramma uit, waarin gezamenlijke prioriteiten worden gesteld en gezamenlijk een aanpak voor de drie opgaven wordt uitgewerkt. Om dat uitvoeringsprogramma op te stellen heeft de regio behoefte aan inzicht in:
1. De ruimtewinst die te behalen valt op de bestaande bedrijventerreinen en welke maatregelen daarvoor nodig zijn.
2. Binnen welke termijn deze maatregelen uitvoerbaar zijn.
3. Welke investeringen nodig zijn om de maatregelen uit te voeren.
Stap 1 is in 2022 afgerond. In 2023 zullen stap 2 en 3 verder worden vormgegeven.